wat zijn de belangrijkste rechten van het VN verdrag rechten van de mens met een handicap?

Recht op leven

Iedereen is van waarde voor anderen. Dit geldt ook voor mensen met een handicap. Omdat zij van waarde zijn, verdienen zij net als iedereen, een plek midden in de samenleving. Zij mogen geboren worden, en zelf kinderen krijgen. (Zie ook recht op een gezinsleven)

Recht op een gezinsleven

Het recht om een eigen gezin te stichten, eventueel met kinderen, is een recht dat iedereen heeft, en dus ook geldt voor mensen met een handicap. Heeft iemand met een handicap daar ondersteuning bij nodig, dan dient die ook gegeven te worden. Een gezin bestaat uit een persoon, diens partner en kinderen. Uiteraard gelden alle rechten voor gezinnen met partners van gelijk geslacht ook voor mensen met een handicap.

Recht op goede zorg en de juiste hulp

Mensen met een handicap hebben recht op goede gezondheidszorg. Ook hebben zij recht op alle hulp die nodig is, om volwaardig mee te doen in de maatschappij. Dat betekent dat zij ondersteuning ontvangen bij alles wat zij niet zelf kunnen. Die ondersteuning is wel gericht op het aanleren van nieuwe vaardigheden. Een helper mag niet alles uit handen nemen van de gehandicapte.

Het recht op een eigen plek.

Iedereen heeft recht op een plek waar hij of zij zich terug kan trekken. Niemand mag daar zomaar binnenkomen, zonder toestemming.

Het recht op geheimhouding van persoonlijke informatie.

Iedereen heeft persoonlijke informatie die ze met niemand willen delen. Daarom heb je het recht informatie over jezelf, niet te delen als je dat niet wil.

Het recht om zelfstandig te wonen.

Als gehandicapten, of liever kwetsbare mens, heb je altijd het recht om zelfstandig te wonen. Je kan dus nooit verplicht worden om in een woongroep, of andere woonvorm te gaan wonen.

Het recht op informatie in gemakkelijke taal.

Alle brieven die voor jou bedoeld zijn, maar ook gesproken informatie (wanneer iemand je iets uitlegd), moet altijd in gemakkelijke taal zijn.

Het recht op passend en betaald werk

Je hebt recht op werk, dat past bij wat jij kan en wat je leuk vindt om te doen. Daarnaast moet het betaald werk zijn. Want iedereen krijgt een salaris, dus jij ook.

Het recht op sport en hobby.

Je hebt het recht om een sport, of andere hobby als je niet kan of wil sporten, uit te oefenen die je zelf hebt gekozen.

Het recht op onderwijs

Je hebt het recht op goed en passend onderwijs. Waar je kan leren in jouw eigen tempo, en dat aansluit op jouw capaciteiten. Ook mag het niet te ver weg zijn. Dus in de buurt van waar je woont.

Het recht op toegankelijkheid

Je hebt het recht op toegankelijke gebouwen, zoals gemeentehuizen, buurthuizen, zwembaden, winkels en dienstverlening. Dit zodat je overal kunt komen om mee te doen.

Het recht op inspraak want niks over ons, zonder ons.

Over alles dat gaat over jou, mag jij meepraten. Dat heet inspraak. Er mag niks beslist worden over jou, zonder jou.

Het recht op ondersteuning

Bij alles waar jij moeite mee hebt, moet je ondersteuning kunnen krijgen. Wonen, werken, reizen, of leven, als iets niet goed gaat, mag jij een beroep doen op ondersteuning. En die moet je dan ook krijgen.

Het recht op zelfstandig reizen

Je hebt het recht om zelfstandig te reizen, eventueel met hulp op de achtergrond. Vervoer moet betaalbaar en toegankelijk zijn.

Het recht op zelfregie

Je eigen keuzes maken, en zelf bepalen wat belangrijk is in jouw leven, noem je zelfregie. En daar heb jij recht op. En je mag zelf kiezen wie jij vraagt om je te helpen met beslissen. Iemand die jij vertrouwt.

Samenvattend

Samenvattend kun je zeggen dat gelijkwaardigheid, zelfstandigheid en meedoen in de maatschappij de pijlers van het verdrag. Want niks over jou, zonder jou.

We gebruiken cookies om je de best mogelijke ervaring op onze website te bieden. Door deze site te blijven gebruiken, ga je akkoord met ons gebruik van cookies.
Accepteren
Privacybeleid